Lesen: Toespraak tot de Letters van de Levende


Toespraak van de Báb tot de Letters van de Levende1




Uit: Nabil - 'The Dawnbrekers'

Ter gelegenheid van de 150ste geboortedag van de Báb aangeboden door de Nationale Geestelijke Raad van de Bahá'ís van Nederland.

20 oktober 1969


O Mijn geliefde vrienden!

Gij zijt de dragers van de naam Gods in deze Dag. Gij zijt de uitverkorenen aan wie Zijn mysterie is toevertrouwd. Het betaamt een ieder van u de eigenschappen Gods te openbaren en door het voorbeeld van woord en daad de tekenen aan te tonen van Zijn rechtvaardigheid, Zijn macht en heerlijkheid. Zelfs uw ledematen moeten getuigen van de verhevenheid van uw doel, de onkreukbare rechtschapenheid van uw leven, de waarachtigheid van uw geloof en de zuiverheid van uw toewijding. Want waarlijk Ik zeg u: Dit is de Dag waarvan God in Zijn Boek 2 aldus sprak: "Op die Dag zullen Wij hun monden verzegelen; nochtans zullen hun handen tot Ons spreken en hun voeten zullen getuigen van hetgeen zij zullen hebben gedaan."

Overdenkt de woorden welke Jezus tot Zijn discipelen richtte toen Hij hen uitzond om de Zaak Gods te verbreiden. Hij gebood hen op te staan en hun zending te vervullen, in woorden als deze: "Gij zijt gelijk het vuur dat in het duister van de nacht op de bergtop is ontstoken. Laat uw licht schijnen voor het oog der mensen. De zuiverheid van uw karakter en de graad van uw zelfverloochening moeten zo groot zijn, dat het volk der aarde door u de hemelse Vader, Die de Bron is van zuiverheid en genade, moge erkennen en Hem nader moge komen.

Want niemand heeft de Vader, Die in de hemel is, gezien. Gij, die Zijn geestelijke kinderen zijt, moet door uw daden Zijn deugden aantonen en van Zijn heerlijkheid getuigen. Gij zijt het zout der aarde; indien nu het zout zijn kracht verliest, waarmede zal het gezouten worden?

Zodanig moet de graad van uw ongehechtheid zijn, dat welke stad gij ook binnengaat om de Zaak Gods te verkondigen en te onderrichten, gij geenszins spijs of beloning van de bevolking moogt verwachten. Ja, veeleer moet gij het stof van uw voeten schudden wanneer gij die stad verlaat. Even rein en onbevlekt als gij die stad hebt betreden moet gij haar verlaten. Want, waarlijk, Ik zeg u, de hemelse Vader is steeds met u en waakt over u. Als gij Hem trouw zijt, zal Hij voorzeker alle schatten der aarde in uw handen leggen en u boven alle heersers en koningen der wereld verheffen."

O, Mijn Letters! Waarlijk, Ik zeg u, oneindig verheven is deze Dag boven de dagen der Apostelen van voorheen. Ja, onmetelijk is het verschil! Gij zijt de getuigen van de Dageraad van de beloofde Dag Gods. Gij hebt deel aan de mystieke kelk van Zijn Openbaring. Omgordt de lendenen van uw streven en weest de woorden Gods Indachtig welke in Zijn Boek2 werden geopenbaard: "Ziet, de heer uw God is gekomen en met Hem is de schare van Zijn voor Hem opgestelde engelen!" Zuivert uw hart van wereldse begeerten en laten hemelse deugden u sieren. Tracht door uw daden van de waarheid van deze woorden Gods te getuigen en hoed u, opdat Hij u niet, omdat gij u "afkeert, vervangt door een ander volk" dat "uws gelijke niet zal zijn" en u het Koninkrijk Gods zal ontnemen.

De dagen waarin louter aanbidding voldoende werd geacht zijn ten einde. De tijd is gekomen dat niets dan de zuiverste beweegredenen, geschraagd door daden van onbevlekte reinheid, kan opstijgen tot de troon van de Allerhoogste en Hem welgevallig kan zijn. "Het goede woord stijgt tot Hem op en de rechtvaardige daad zal het voor Hem geprezen doen zijn." Gij zijt de nederigen over wie God in Zijn Boek2 aldus sprak: "En Wij wensen gunsten te bewijzen al degenen die vernederd zijn in den lande en hen tot de geestelijke leiders onder de mensen te maken en tot Onze erven." Gij zijt tot deze staat geroepen; gij zult hem slechts bereiken, indien gij bereid zijt iedere aardse begeerte onder uw voet te vertrappen en tracht te worden: "die geëerde dienaren van Hem, die niet spreken aleer Hij heeft gesproken en die Zijn gebod nakomen."

Gij zijt de eerste Letters die zijn opgewekt door het Eerste Punt3; de eerste bronnen die opwellen uit de oorsprong van deze Openbaring. Smeekt de Heer uw God te geven dat geen aardse verwikkelingen, geen wereldse genegenheden, geen kortstondige bevliegingen de zuiverheid mogen bezoedelen of de zoetheid verbitteren van die genade welke u doorstroomt. Ik bereid u voor op de komst van een grootse Dag. Spant u in tot het uiterste, opdat Ik die u nu onderricht, in de wereld die komen zal, voor de genadezetel Gods vreugde zal hebben over uw daden en roem dragen op hetgeen gij hebt volbracht. Het geheim van de Dag die komen zal is nu verborgen. Het kan niet worden onthuld, noch naar waarde worden geschat. Het pasgeboren kind van die Dag overtreft de wijste en eerwaardigste mensen van deze tijd en in dat tijdperk zullen de nederigsten en ongeletterdsten in begrip en inzicht de meest geleerde en beschaafde geestelijke van deze eeuw te boven gaan.

Verspreidt u over de lengte en breedte van dit land en bereidt met standvastige voet en gewijd hart de weg voor Zijn komst. Acht niet uw zwakheden en uw broosheid; richt uw blik op de onoverwinnelijke macht van de Heer uw God, de Almachtige. Heeft Hij niet in vervlogen tijden Abraham, ondanks diens schijnbare hulpeloosheid, doen zegevieren over de strijdkrachten van Nimrod? Heeft Hij Mozes, wiens staf zijn enige metgezel was, niet in staat gesteld Pharao en zijn heerscharen te overwinnen? heeft Hij niet de oppermacht bewezen van Jezus, arm en onbeduidend als deze was in de ogen der mensen, over de aaneengesloten krachten binnen het Joodse volk? Heeft Hij niet de barbaarse en strijdlustige stammen van Arabië onderworpen aan de heilige en hervormende tucht van Mohammed, Zijn Profeet?

Verheft u in Zijn Naam, stelt uw volle vertrouwen op Hem en weest verzekerd dat Hij tenslotte zal zegevieren.

Noten:

1. De eerste 18 volgelingen van de Báb, de voorloper van Bahá'u'lláh

2. De Korán

3. De Báb


Holy-Writings.com v2.7 (213613) © 2005 - 2021 Emanuel V. Towfigh & Peter Hoerster | Impressum | Change Interface Language: EN